Onlangs reageerden mijn kinderen enorm fel op een tegenslag. Ik heb het naderhand omschreven alsof hun huis in brand stond. Dat beeld is mij bijgebleven, en het helpt mij.
Als ik mij probeer voor te stellen hoe ik zou reageren op ons huis in de fik,[01]Vervang het door eender wat je niet in vlammen wil zien opgaan zie ik mijzelf in gedachten niet rustig, rationeel of beredeneerd handelen. ‘t kot zou spreekwoordelijk te klein zijn. Ik zou proberen blussen, op alle manieren die ik mogelijk acht, zo onbeholpen als het een niet-brandweerman betaamt. Ik zie mij zelfs een poging ondernemen met lichaamseigen bluswater bij gebrek aan iets anders. Om daarna achter te blijven met mijn eigen, kleine – laat ons eerlijk zijn – maar goed gegaarde hotdog.
En toch vergeet ik zo vaak dat het hebben en houden van mijn kids soms meermaals per dag figuurlijk in brand staat. En in plaats van brandweerman, ben ik dan wel eens de buur die je sowieso al niet graag hebt. De buur die bij brand na middernacht op straat komt voor ongevraagde commentaar en kritiek: “Zeker niet goed opgelet met het fornuis?” of nog “Het was een kwestie van tijd voor er in die rommel iets ging fikken”… [02] De varianten zijn eindeloos: “Dat komt wel allemaal goed, doe nu maar rustig” of “Zo hard is het nu toch ook niet aan’t branden, kan het niet wat stiller?” of zelfs ” ‘t was toch geen mooi huis, kun je gelijk goed proberen deze keer”. De werkelijkheid durft mijn fantasie trouwens regelmatig eens overtreffen.
Als iemand dergelijke zaken tegen mij zegt als mijn kot echt in brand staat[03]Ik heb ook nog veel te vaak naar mijn goesting het gedacht dat mijn kot in de fik staat – om er dan ook naar te handelen – terwijl er niets aan de hand is – het broken coockie syndrome, ruk ik zijn kop eraf en probeer ik met de resten de brand uit te slaan. Ik heb – duidelijk – zelf genoeg situaties waarin ik er niet in slaag om “volwassen”, rustig en bedachtzaam te reageren en dat hoeft ook niet[04]Ik probeer het wel. Toch vergeet ik nog te vaak dat het een tikkeltje onrealistisch is die “volwassen” reactie[05]waar slechts weinige volwassenen in slagen wel te verwachten van mijn kinderen. Zeker als ik doe alsof hun gevoel en reactie onterecht en/of overdreven is.
[06]Quote gehoord in “How was school today?” “Fine.” Oorsprong heel onduidelijk.
Ik wil onthouden dat het vaak brandt bij mijn kind(eren). Het enige wat ik in eerste instantie dan zinvol kan doen, is loslaten, helpen, opvangen en beschermen (indien nodig). Daarna – na het ophouden van het laatste smeulen – kunnen we de schade opmeten en het rampenplan waar nodig bijschaven. Intussen laat ik de hoop of verwachting even varen dat ze alles in perspectief kunnen plaatsen en niet overreageren.[07]Be like water Ik zal al blij zijn als ik het ooit kan.
Footnotes
↑01 | Vervang het door eender wat je niet in vlammen wil zien opgaan |
---|---|
↑02 | De varianten zijn eindeloos: “Dat komt wel allemaal goed, doe nu maar rustig” of “Zo hard is het nu toch ook niet aan’t branden, kan het niet wat stiller?” of zelfs ” ‘t was toch geen mooi huis, kun je gelijk goed proberen deze keer”. De werkelijkheid durft mijn fantasie trouwens regelmatig eens overtreffen. |
↑03 | Ik heb ook nog veel te vaak naar mijn goesting het gedacht dat mijn kot in de fik staat – om er dan ook naar te handelen – terwijl er niets aan de hand is – het broken coockie syndrome |
↑04 | Ik probeer het wel |
↑05 | waar slechts weinige volwassenen in slagen |
↑06 | Quote gehoord in “How was school today?” “Fine.” Oorsprong heel onduidelijk. |
↑07 | Be like water |