Share

Weinig geslapen, veel nagedacht. Waarmee steek ik van wal? Wat is het meest intellectuele boek dat ik kan bespreken? Wat is het meest hilarische filmpje waar ik een verhaal kan aan breien? Hoe maak ik het meeste indruk? Misschien toch beter door de zure appel bijten en die bittere pil ineens ook doorslikken.

Ik wil gaan schrijven over eerlijkheid, openheid, authenticiteit en de voordelen die deze houdingen met zich mee kunnen brengen. Waar beter te beginnen dan bij mezelf.

Bezig zijn

Tot eind 2014 ben ik er altijd behoorlijk in geslaagd om een aantal zaken tegelijk op te nemen in mijn activiteitenkalender. Tijdens mijn studies in het middelbaar deed ik er trainingen in een sportclub bij, skaten, fietsen, speelplein geven, meewerken in het jeugdhuis. Het speelplein en het jeugdhuis bleven nog even tijdens de universitaire studies. Daarna werden deze hobby’s vervangen door af en toe te werken in de horeca, in de bouw en op zelfstandige basis prutsen aan en met pc’s (een beetje bouwen met hardware en html). Nog voor ik afgestudeerd was, had ik mijn eerste job te pakken als jurist bij de Vlaamse overheid voor departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin.

Niet veel tijd na het starten in bovengenoemde functie, begon ik een bijberoep, volgde ik een ondernemingsopleiding (elektriciteit) en ergens daartussen voltrok zich de eerste fase van de verbouwing van ons huidige huis. De contractuele betrekking werd een statutaire benoeming, maar een aantal vragen dienden zich aan: kon ik verantwoorden wat ik met belastingsgeld aan het doen was, zou ik mij in de gelatenheid van de organisatie laten dwingen en zou ik het mij beklagen als ik tot het einde van mijn dagen daar zou blijven. Mijn bedenkingen deden mij besluiten om toch met pijn in het hart afscheid te nemen van de fijne collega’s en een al bij al toffe job(inhoud).

Onze oudste zoon werd geboren en niet veel later ging ik van start als zelfstandig ondernemer in de installatiesector (mijn ouderschapsverlof is grotendeels ongebruikt blijven liggen op de rekken in het Ellips-gebouw in Brussel). Ondertussen bleef ik bijscholingen volgen aan een tempo van minstens een, meestal twee avonden per week en probeerde ik af en toe voort te doen aan dat huis dat helaas maar niet door de kabouters werd afgewerkt. In 2012 werd de professionele agenda grondig dooreengeschud. De banden met een belangrijke bezorger van werk in onderaanneming werden onherroepelijk om nogal dringende redenen doorgeknipt en ik moest plots 100% van de agenda voorzien van werk. Dat jaar werkte ik door met klierkoorts die ik blijkbaar had opgelopen. In 2013 bleek het cadeau uit de nasleep van klierkoorts een keelontsteking (denk 40°C koorts, niet slikken, niet spreken voor een dag of drie) om de zes weken. Ergens op de todo-lijst stond ook “goede vader” en “goede partner”. Af en toe probeerde ik nog tijd te maken voor een goed boek. Liefst één dat mij iets kon bijbrengen. Non-fictie over uiteenlopende onderwerpen.

Mensen vroegen regelmatig of ik geen nood had aan uitgebreide vakantie, rust of iets dergelijks. Zelf heb ik dat nooit als noodzakelijk ervaren. Ik herinner mij de vermanende vingertjes hier en daar van mijn omgeving met een boodschap bij over de gevaren van burn-out, stress en oververmoeidheid.

Kortsluiting

Tot de jaarwisseling van 2014 naar 2015 was er dus geen vuiltje aan de lucht. Maar plots was het een beetje kortsluiting in mijn lijf en mijn hoofd. Naar het einde van 2014 toe was er nog wat meer op mijn bord komen te liggen en hadden de vragen over zingeving, identiteit, levensbeschouwing en emoties zich blijkbaar opgestapeld tot een (nog niet gekapt) regenwoud waar ik jawel, de spreekwoordelijke bomen niet meer zag door het gigantische bos.
Ik heb geen dag werk gemist, maar januari was allesbehalve een aangename maand, met een algeheel gevoel van onbehaaglijkheid en af en toe paniekaanvallen (naar mijn gevoel van de lichte soort). Ik had geen idee wat er aan de hand was en de gebruikelijke babbels met naasten konden het tij niet direct doen keren.

Mensen die mij vertelden over hun worstelen met problemen, gaf ik makkelijk de raad om het net als een technisch probleem te bekijken en aan te pakken. Je gaat te rade bij mensen die u mogelijks kunnen helpen met je probleem. Waarom zou een probleem met de geest anders moeten benaderd worden? Ok, de oplossing ligt misschien minder direct voorhanden, maar het zoeken naar een helpende hand lijkt even gerechtvaardigd.

Nu was het mijn beurt. Je zit knel, je raakt er zelf niet uit. Wat ga je doen?

Na veel twijfelen dan toch naar de huisdokter met de vraag wat er aan de hand zou kunnen zijn en wat ik zou kunnen doen. Eens babbelen met een psycholoog, leek geen slecht idee om te starten en te kijken waar het heen moest. En zo geschiedde. De telefoon opnemen om een afspraak te maken, was nog nooit zo lastig en vreemd geweest. Iets verkondigen is duidelijk nog altijd makkelijker dan het ook effectief doen. Maar sinds ergens in februari laat ik dus wekelijks mijn hersenpan onderzoeken met een vergrootglas.

Aangezien ik niet echt een masker kan opzetten, wisten heel wat mensen al vrij snel dat ik een wat lastigere periode doormaakte. Dat ik het allemaal even niet wist. Aangezien ik vroeger al heel vaak van mijn “zwakheden” een sterkte had gemaakt door er eerlijk en open over te zijn (zowel privé als professioneel – en dat heeft mij nog niet vaak windeieren gelegd), besliste ik om hetzelfde te doen met mijn psychologenavontuur. Tot mijn verbazing bleek bijna iedereen waar ik het aandurfde om het op tafel te zwieren ofwel zelf naar de psycholoog te gaan, te zijn geweest of iemand te kennen die ging of was geweest. Het delen van mijn toch redelijk banaal verhaal heeft ervoor gezorgd dat anderen plots de moed vonden om te praten, waar ze zich voorheen gehinderd voelden. Het heeft bepaalde mensen aangezet om (een deel van) hun problemen te delen met naasten en geliefden waar ze het al lang wensten mee te delen, maar tot dan toe niet durfden. Het zou niet mogen, maar voor mezelf heeft de reactie van velen mij laten voelen dat ik niet alleen ben en dat het allemaal nog wel best meevalt.

Om die redenen leek het mij een goed idee om het ook hier neer te pennen. Ik hou mijn hart vast voor wat de gevolgen kunnen zijn, maar eigenlijk wil ik mij daar geen zorgen over maken. Ik wil meehelpen het taboe te doorbreken, omdat het stilzwijgen voor niets goed is en zelfs geen alternatief mag zijn. Omdat ik hoop dat nog meer mensen, op welke manier dan ook, hier mee geholpen worden. Omdat een probleem met geestelijke gezondheid (groot of klein) ook als een medisch probleem kan en zou moeten bekeken worden, waar we ons niet voor hoeven te schamen als het ons petje te boven gaat en we hulp moeten inroepen. Laat dit tevens mijn heel kleine bijdrage zijn aan de “Te Gek ?!” campagne.

Ik ben tijdens het proces erg geschrokken van welke impact onze ouders op ons kunnen hebben, op zoveel verschillende niveau’s en manieren, zonder dat we het (ten volle) beseffen. Ook viel mij op dat het laten opstapelen van verscheidene kleine, ogenschijnlijk onbelangrijke problemen, frustraties, vragen en bedenkingen, veel meer verregaande gevolgen kunnen hebben dan ik voor mogelijk hield. De kikker doorslikken als hij nog een kikkervisje is, gaat veel makkelijker. Luisteren naar mijn lichaam en proberen achterhalen wat er gaande is, waarom ik mij op bepaalde momenten op een bepaalde manier voel, heeft alvast een andere betekenis gekregen.

Ik worstel nog steeds met de bedenking dat ik zowaar niet uit mijn eigen cirkel van onduidelijkheid en verwarring ben geraakt, ondanks het feit dat ik waarschijnlijk geen enkele verzachtende omstandigheid heb die in mijn voordeel pleit. Ik heb een schitterende jeugd achter de rug. Ik heb alle nodige kansen meegekregen in het leven die een mens kan krijgen (en ben daar heel dankbaar voor). Ik heb het geluk een partner te hebben die mij een beter mens maakt. Ik heb geen echte gezondheidsproblemen, een eigen huis (met uiteraard nog wel wat afbetalingen te gaan), meer dan genoeg eten en voorzieningen en geen financiële problemen in het directe verschiet. En toch… toch slaag ik erin om dit voor te hebben.
Ik heb nog geen vrede met mijn imperfectie. Ik probeer het los te laten. Maar daarover later meer. Wanneer? Dat zien we dan wel weer, want ik voorzie geen vast ritme van schrijven.

Door al het nadenken over wat voor mij een goed leven is, wat ik zinvol en belangrijk vind en wat ik met mijn leven wil gaan doen, ben ik er al uit dat tijd mijn kostbaarste goed is. Waar ik vroeger geen druk heb ervaren ondanks de drukte, ervaar ik nu een druk om werktijd en tijd met het gezin en tijd als wannabe wereldverbeteraar in balans te houden, net omdat ik minder concreet bezig ben en minder wil werken om den brode, hoe bizar dat ook mag klinken.
Intussen breek ik het proces voorlopig nog niet af omdat het nog steeds voldoende verwonderende, weinig concrete resultaten oplevert. Ik zal echt nog moeten gaan geloven dat de weg de bestemming is.

Share